Maak stapels, controleer de stukken van je tegenspeler en blijf vooral verbonden met Dvonn.
Leg alle stukken op het bord, te beginnen met de 3 rode Dvonn-stukken. Elke beurt moet je met een stuk (of stapel) op een ander stuk (of andere stapel) springen. Een stapel moet evenveel velden verplaatst worden als er stukken in de stapel zijn. Alle stukken moeten in verbinding blijven met minstens één rood Dvonn-stuk. Stukken die de verbinding verliezen, gaan uit het spel. Wanneer er geen zetten meer mogelijk zijn, wint de speler die de meeste stukken controleert.